Soms maak je bewust of onbewust een ingrijpende gebeurtenis mee. Ontslag, een inbraak, een echtscheiding. Sommige mensen verwerken dat, accepteren het en gaan door met hun leven. Anderen kunnen het niet goed een plek geven, misschien omdat het te onverwacht of te pijnlijk is. Dan wordt die gebeurtenis een shocktrauma genoemd. Je merkt dat (vaak veel later pas) aan posttraumatische stress symptomen (PTSS).
Voorbeelden hiervan zijn:
- angst, paniek, hartkloppingen, oppervlakkig ademen, overmatige alertheid of prikkelbaarheid, onrust, slapeloosheid
- depressie, uitputting, gevoel van hulpeloosheid of onmacht, krachtverlies in de spieren
- dissociatie, gevoel dat (een deel van) je lichaam niet van jou is, beperkt spectrum van gevoelens
- ontkenning: ‘het trauma is niet gebeurd of is niet belangrijk’
Lees hier meer symptomen die kunnen wijzen op een trauma.
Het kan ook zijn dat je jarenlang in een slechte relatie gevangen hebt gezeten, waarin je probeerde ‘door te zetten’ en je je tegelijkertijd probeerde ‘groot te houden’. Een autoritaire-, of weinig liefdevolle opvoeding, incest, pesten. Uiteindelijk ervaar je dezelfde fysieke en mentale gevoelens als hierboven staan genoemd. Dan kun je spreken van een ontwikkelingstrauma. De uiteindelijke fysieke symptomen zijn overigens hetzelfde.
In beide gevallen verlies je uiteindelijk de verbinding met jezelf, je lichaam, je familie, vrienden en omgeving. Je natuurlijke reactie is vechten of vluchten, en in dit geval bevries je. De gevolgen hiervan worden vaak pas veel later merkbaar. Je hebt het gevoel fysiek en/of mentaal te blokkeren.
Door het doorvoelen van de lichamelijke sensaties is het mogelijk overtollige spanning uit het lichaam te ontladen. Traumatherapie kan je in dat geval helpen.
Wil je weten hoe ik werk? Ga naar mijn aanpak.